De oorlog tussen aan de ene kant de ervaringsdeskundige, en aan de andere kant de reguliere professional lijkt, als ik de posts op linkedin mag geloven, nog lang niet voorbij. Menselijke ervaring botst met oude machtsstructuren en het geloof in de biologische wetenschap omtrent de zieke mens.
Mogelijk dat de werkzame psycholoog, psychiater of SPV’er, die zelf genoeg ervaring heeft opgedaan als patiënt, de brug kan slaan maar zoals ik vorig jaar nog bij een symposium over ervaringsdeskundigheid begrepen heb, is het stigma groot. Het schijnt dat tegen de 25% van de professionals ervaring heeft als GGZ cliënt, maar dit nog niet aan het kleinste klokje gaat hangen, uit angst niet meer serieus te worden genomen door de gewaardeerde collega’s. En dat zwijgen schijnt nog terecht te zijn ook: naar verluidt loop je een behoorlijk risico dat je ‘gezonde’ teamleden over je gaan spreken als over een onacceptabel bedrijfsrisico.
Hoe deze oorlog op te lossen?
Eigenlijk is het idee heel simpel: als je jezelf serieus wilt nemen in je vak als geestelijk hulpverlener, dan zul je serieuze ervaring op moeten doen. Om die ervaring efficiënt én effectief op te bouwen lijkt een praktijkexamen uitermate passend. Niet als hulpverlener, maar als patiënt. Ik ga er vanuit dat als dit examen eenmaal is behaald, de hele discussie rond die vermalijde ‘ervaringsdeskundige versus de rest van het GGZ-etablissement’-problematiek is verdwenen, dat elke student daarna gebrand is op wat cultuur-veranderende acties, én volledig doordrongen is van de waarde van zoiets vaags als ‘nabijheid’, ‘connectie’ of ‘hoop’.
Om de student bloot te kunnen stellen aan de totale experience lijkt een gesloten opname in een psychiatrisch ziekenhuis me wel voor de hand liggen. Conform het experiment van Rosenhan wordt de instelling vooraf niet geïnformeerd over het feit dat het hier een examen betreft, maar wordt de student geïntroduceerd als een echte patiënt. Belangrijk is het dat op basis van een eerdere individuele analyse een medisch rapport wordt opgesteld, waarbij de gefingeerde opnameredenen keurig aansluiten op de toch al gevonden zwakke plekken van de persoonlijkheid van elke deelnemer.
Vervolgens gaat de instelling los op betreffende patiënt. Voor de zekerheid is natuurlijk in de meegeleverde rapportage opgenomen dat de examinant denkt dat hij of zij een student is van een GGZ-opleiding, en in het ziekenhuis examen doet, en dit vroeg of laat zal melden. Die melding, en het hele verhaal eromheen, dient te worden afgeschilderd als deel van de geestesziekte. Misschien met advies voor extra medicatie. En ja, pillen worden natuurlijk voorgeschreven, en het op vrijwillige basis innemen van die enigszins over de top gepromote wonderdoenertjes leidt tot extra bonificaties op de eindbeoordeling. Een stukje extrinsieke motivatie zo u wilt.
Tijdens de afname van het examen dient het contact met de buitenwereld (familie, vrienden) te worden geminimaliseerd. De betrokkenen informeren over ‘de ernst van de situatie’ zonder verdere psycho-educatie should do the trick, immers: mensen zijn vaak nog banger voor gekte dan voor de dood. Zeer beperkte bezoekuren hechten het geheel dan mooi af.
Wanneer is de student geslaagd? Als deze het breekpunt heeft bereikt (te beoordelen door de studiebegeleider die zich voordoet als een familielid) waarbij betreffend moment wordt gekenmerkt door het gegeven dat de student ervan overtuigd is geraakt dat, als gevolg van de continue zorg, behandeling, pillen en het daaruit voortvloeiende identiteitsverlies, hij of zij inderdaad geestesziek is. Belangrijk hierbij op te merken is dat er pas dient te worden ingegrepen twee weken (of langer, dat is een beetje afhankelijk van de noodzakelijke leercurve per deelnemer) na het passeren van dat breekpunt. Het ervaren van tijdloze hopeloosheid, met name nadat de cry for help al lang de wereld in is geslingerd, en je dus tot de conclusie moet komen dat niemand iets doet, of beter nog, kán doen, is een belangrijk onderdeel van de door te maken ervaring.
Na het behalen van het examen staat er natuurlijk een FACT-team klaar om de geslaagde student thuis mentaal, emotioneel en chemisch te detoxen van de eerdere traumatische GGZ-ervaring, c.q. behandeling. Dat proces geldt als een soort afrondend en eveneens uiterst leerzaam post-examen traject.
Ze zullen overigens niet de eerste GGZ-patiënten zijn die ook dat meemaken en mogen zich wellicht gelukkig prijzen dat weer gezond worden geen noodzakelijke voorwaarde is om het examen met een voldoende af te ronden. Als je maar hersteld bent.
Natuurlijk snap ik dat er wat ethische haken en ogen aan dit praktijkexamen zitten. Maar je moet je als beroepsgroep serieus afvragen of je een reddingsoperatie voor hen, die verdwaald zijn in de onmetelijke ruimte van het zijn, wilt uitvoeren met welwillend maar naïef en geprotocolleerd grondpersoneel, of met doorgewinterde ex-astronauten. Het antwoord laat zich vrij makkelijk raden.
Dan nog de persoonlijke noot: mocht ik ooit mee mogen werken aan deze oplossing, dan twijfel ik er niet aan dat de bijbehorende prijs is dat ik na mijn dood wat langer zal branden in de hel. Maar ik heb daar vrede mee. Een oude wijsheid die voor de succesvolle examinant zal gelden zal dan, opnieuw, ook weer voor mij gelden:
Lijden Loutert.