Afgelopen week kwam ik er achter dat ik een jubileum mag vieren. Al vijf jaar ben ik bij tijd en wijle werkzaam als gastacteur bij een HBO-opleiding voor het sociale domein. Ja, ook voor ex-psychiatrische patiënten die géén ervaringsdeskundige willen worden, biedt de wereld mogelijkheden.
In die vijf jaar ben ik tot de conclusie gekomen (en daarmee geholpen door zeer gewaardeerde docenten) dat er in de hulpverlenerspopulatie sprake is van een grove tweedeling als het gaat om de benadering van hulpvragers.
Aan de ene kant zijn er studenten die hun oriëntatie van communicatie en handelingen hebben liggen in het verlengde van de organisatiedoelstellingen. Bijvoorbeeld: als een GGZ-organisatie e.e.a. zo heeft ingericht, dat elke patiënt recht heeft op een half uur lichamelijke verzorging, en een half uur aandacht, dan komen er trainingsvragen als “Hoe kan ik meneer X duidelijk maken dat ik ’s middags zijn lichaam kom wassen, en hem ’s avonds zijn psychische aandacht geef? Want nu begint hij ’s middags al tegen me aan te praten, en daar kom ik dan dus niet voor.” (ik zal u de onpasselijkheid die ik voel bij dit soort ‘efficiënte’ procesinrichtingen besparen, maar los hiervan). Anders gezegd: de student-hulpverlener voelt zich het meest senang bij het effectueren van de organisatiewil, en de wil van de patiënt moet hier aan aangepast worden.
Aan de andere kant zijn er studenten waarbij de prioriteit ligt bij de patiënt. Trainingsvragen bij deze groep liggen in de categorie “Ik kan geen contact krijgen met deze patiënt, ik voel me onmachtig.” Als het even kan buigt deze categorie de regels ten behoeve van de patiënt. Anders gezegd: de student-hulpverlener voelt zich zinvol als deze tegemoet kan komen aan de behoeftes van de patiënt, en vindt dat de organisatie hierop aangepast moet worden.
Und jetzt:
Wat is sympathie? Wat is empathie? Wat is compassie? Waarom heeft deze blog zo’n idiote titel? En hoe sluiten deze vragen op bovenstaande aan?
Als u gaat zoeken naar de betekenis van bovenstaande begrippen, dan staat het internet er bol van. Vol tegenstrijdigheden, biensûr. En na enig nadenken ben ik tot de voorzichtige conclusie gekomen dat de site van Paul Jansen (http://pauljansen.eu/sympathie-empathie-compassie-het-verschil/) de beste is. U kunt die pagina lezen, of gewoon verder lezen omdat ik hetzelfde ga roepen, maar dan kort:
Sympathie = je bewust zijn van andermans leed.
Empathie = het mee-ervaren van andermans leed (het bekende “ga eens in de schoenen staan van.”).
Compassie = actie ondernemen om iets aan het leed te doen.
Und jetzt wieder zurück:
Stel. U bent hulpverlener. Ik ga er dan van uit dat u sowieso sympathiek bent. Dat wil dus zeggen, u bent zich bewust van het leed van de patiënt. Als dat niet zo is, dan zou ik wel heel erg benieuwd zijn naar uw redenen voor de keuze van het vak van een (psychiatrisch) hulpverlener, maar dit terzijde.
De eerste bewuste actie die u zou moeten nemen, is het genereren van empathie. En dan actie. Als u immers de fase van empathie over zou slaan, dan gaat het geheid mis: u gaat actie ondernemen op basis van uw eigen referentiekader en niet op basis van die van de patiënt.
Ik geef u een voorbeeld: u ziet een kind dat zo bleek is als een vaatdoek. Daar moet dus eten in (aldus uw overgeërfde WOII hongerwinter referentiekader). Nadat u met een ganzentrechter het kind hebt bijgevoederd, tot uw voller tevredenheid natuurlijk, komt de dokter die u vertelt dat het kind lijdt aan bloedarmoede. Op de achtergrond ziet u nog net hoe ze de inhoud van uw eigen overtuiging in de wasbak uitkotst.
Dus, in de herhaling: sympathie, dan empathie. Maar let op: het
is een tricky fenomeen: in een uiterst wetenschappelijke setting werd
Matthieu Ricard, de rechterhand van de Dalai Lama, en volgens de wetenschap de
meest gelukkige mens op aarde, gevraagd om zich zo goed mogelijk te verplaatsen
in de positie van een stel uitgehongerde kinderen. Na een klein uur was Matthieu
kapot, leeg, op. En zeker niet meer de meest gelukkige mens op aarde. Eerder de
ongelukkigste vermoed ik.
Empathie is killing. Dat wil zeggen, als er, nadat men zich in de
situatie heeft ingeleefd, geen actie wordt uitgezet om die situatie te
verbeteren.
Wat zie ik zelf vaak terug in de trainingssituaties?
Er is sympathie, en actie. Gevolg: een tegenstribbelende patiënt, maar in het beste geval zijn de organisatiedoelstellingen wederom gehaald. En wordt het internet weer volgeschreven met persoonlijke verhalen over het dramatische menselijke gehalte van bijvoorbeeld een GGZ.
Of: er is sympathie, er is empathie, en vervolgens niets meer. De tweede categorie hulpverleners geeft aan de oefensituatie af te willen breken, want het ontbreekt hen aan mogelijkheden om tot een oplossing te komen. Waarom is dat? Een sleutel wordt gegeven op de hierboven genoemde site. Een uiting van compassie is: “Wat kan ik voor je doen?” Maar vaak komt dan het antwoord “Ik weet het niet.” En dan staat u daar met al uw goeie bedoelingen en empathie. Innerlijk aan het afsterven, net als Matthieu. Dus snel wegwezen dan maar, niet? Even afkoppelen.
Bij deze wil ik elke hulpverlener, of hulpverlener in spé, het volgende op het hart drukken: empathie is noodzakelijk, én koppel op tijd af. Kom vervolgens terug met oplossingen die dus wel moeten passen in het referentiekader van de patiënt.
Blijft er nog één situatie over: er is geen oplossing. En hier komt dan Matthieu weer om de hoek. In dezelfde setting werd hem, na zijn empathisch afzien, de ruimte gegeven om op zijn eigen manier het beeld van dezelfde uitgehongerde kinderen te benaderen. Al gauw ging het innerlijke geluksgehalte van Matthieu (bijbehouden met allerlei plakkertjes en metertjes) weer als vanouds door het dak. Wat deed hij? Ik bedoel, staren naar een IMAX scherm met uitgehongerde kinderen levert je weinig oplossingsmogelijkheden op, is het niet?
Hij deed het volgende: hij greep het woord liefde bij de staart, en vulde zijn lijf met de bijbehorende emotie, en goot dat vervolgens in zijn geestesoog in eindeloze hoeveelheden over het beeld van de kinderen heen. Exact zoals een vriendin van mij twee jaar geleden onder een ‘gelukkig nieuwjaar’-appje schreef:
“Alle liefde voor jou. Altijd.”
Het is “Amor mittens” – Liefde zendend. Dus bij deze de afsluiting: mocht u, als hulpverlener, na uw empathische opstelling, geen oplossing voor handen hebben, doe dan als Matthieu. Wees goed voor uzelf. En ik weet niet of daar al een breed onderzoek naar gedaan is, maar in het kader van n=1: als ik toentertijd in de door mij bewoonde ziekenhuizen volcontinu met stromen liefde zou zijn benaderd, dan zou ik de jaren die daarop volgden wellicht iets zinnigers hebben gedaan dan venijnige blogs schrijven over het humane failliet van de GGZ.
Genoten van de tekst!
Over de waarheid hoeft niet gelogen te worden.