December 2015
E. heeft me een paar dagen geleden bericht dat haar vader is overleden. Longkanker.
Net als mijn pa.
Het brengt me in allerijl terug naar april 1992.
De man was uitgewerkt, en eigenlijk daarna direct uitgeleefd. Hij was in zijn hele leven als gefascineerd door het leven. En de dood. Wilde deze heel graag, héél bewust meemaken.
In de laatste maanden werd z’n kop aangetast. Herkende mij en mijn broer niet meer. Klaagde bij m’n moeder wie ‘die vreemde kerels in de woonkamer’ waren. En dat terwijl mijn moeder alle emotionele chantagemiddelen uit de kast had getrokken om ons een keertje thuis te krijgen.
2 x ironie.
Hij lag opgebaard in het bureautje, een soort voorkamer van het huis. Toen het tijd werd om hem naar de kerk tegenover ons huis te dragen, kwamen we erachter dat de kist de draai niet kon maken. We hebben hem toen rechtstandig de deur uit getild, recht voor de ogen van de voor de kerk wachtende goegemeente.
1 x humor.
Ik was bijna 27 jaar, en eindeloos aan het afstuderen. De aanstormende dood van mijn vader was een verhaaltje ver weg.
Ik, ik, ik had het veel te druk met… leven denk ik. Of overleven.
Het drama thuis ging strak langs me heen. Geen tijd. Geen zin. En m’n zus en m’n moeder waren er toch?
In retrospectief heb ik alle essentiële ervaringen omtrent de dood van mijn vader, in volledig bewustzijn, met het hoofd en hart, overgeslagen, genegeerd, ontkend: gezegend zijn de dwazen, maar niet heus.
1000 x gemiste kans.
Het is een zondagochtend in 2005, en ik sta aan het graf in Lichtenvoorde. Ik ben alleen. En huil nu eindelijk om zijn dood en het stopt niet. Er is een mannetje met een hark bij me in de buurt. Een mannetje die het grind aanharkt. Hij blijft de hele tijd in de buurt, als om te kijken of het allemaal niet ontspoort. Dat doet het niet.
E. heeft haar vader vanaf het begin tot aan het eind van het sterfproces begeleidt.
Well done dear.
Heel mooi beschreven. Het is gegaan zoals t ging, heb geen spijt lieve boy. Het was blijkbaar niet veilig genoeg om t anders te doen.