“Kwart van de mensen heeft hersenaandoening” kopt het vandaag in de NOS-app.
3,8 miljoen mensen geregistreerd bij de huisarts, waarvan de helft met een depressie-, angst- of paniekstoornis. In een gerelateerd artikel van GGZ nieuws stelt neurowetenschapper Rigter dat er “voldoende wetenschappelijk bewijs is dat er in de hersenen veranderingen plaatsvinden.” In beide artikelen wordt vermeld dat niet alle mensen met hersenaandoeningen zich bij de huisarts hebben gemeld, dus dat het aantal nog flink wat hoger kan zijn.
Afschuwelijk hè. En mijn brein wordt overstroomd met verschillende ingangen op basis waarvan ik het karakter van die afschuw tracht vast te stellen:
Is het afschuwelijk omdat hiermee opnieuw een deur lijkt te worden opengezet om nog meer pillen en poeders te verkopen? En waarom is er dan nog steeds niets wat ons van vandaag op morgen afhelpt van die paniek, angst en depressie?
Of omdat men maar door dendert op het gegeven dat het individu ziek blijkt, en de omstandigheden die we hebben gecreëerd daar niets mee van doen hebben? Als dat zo is, zullen we dan nu acuut ophouden met artikelen over alle wereld-gerelateerde ellende? Ver weg of dichtbij? Omdat we de eventuele depressie, angst of paniek die we daar dan bij ervaren, dan consequent kunnen afdoen als individuele ‘DNA- of chemie-problematiek’?
Is het omdat veranderingen in het brein als ‘probleem’ worden gedefinieerd, en niet als een proces waarin ons bewustzijn in samenwerking met ons brein zich aanpast aan de nieuwe omstandigheden, wat goed wel mogelijk depressie, angst en paniek met zich meebrengt als onderdeel van dat proces?
Is het omdat er impliciet een nieuw bericht de wereld in wordt gedenderd dat de mens eigenlijk niet meer is dan een zak met chemie, botten, organen en spieren? En onze spiritualiteit daarmee wordt afgedaan als een middeleeuwse illusie?
Of is het omdat ik verwacht dat met voortschrijdend neurologisch en psychiatrisch inzicht het niet heel lang zal duren voordat we allemaal ziek zijn? En Carl Jung met zijn “toon mij een gezond mens, en ik vertel u waar zijn ziekte zit” met terugwerkende kracht om de verkeerde redenen als visionair zal worden betiteld?
In het laatste geval zie ik op een goed moment in de toekomst de gemiddelde neurowetenschapper al zitten. Voor een groot scherm waarop al die hersenveranderingen binnenkomen, online aangeleverd door de hele bevolking. Het is dan immers niet meer dan normaal dat we allemaal met een geavanceerde helm rondlopen. Naarstig op zoek naar het plaatje van onze hersenen die we dan op zijn minst nog wél als gezond kunnen betitelen.
Hoe alle neurowetenschappers stomverbaasd zullen blijven over wat een succesvol Tinderafspraakje kan doen. Of het Godzijdank vinden van een nieuwe baan waardoor je van binnen niet meer kapot gaat. Of van een aantal sessies bij een vriend, die je aandacht verlegt van ‘wat er allemaal nooit meer kan’ naar ‘wat er dus vanaf nu wél mogelijk is en daarvoor niet’.
Aangezien dan iedereen ziek is, moeten ook die gelukkige oprispingen in een ziekte-kader worden beschouwd. Te ver gezocht denkt u? Ga maar eens met een gemiddelde psychiater praten. U zult er snel genoeg achter komen dat veel prettige ervaringen intrigerende uitingen zijn van ernstige ziektes. Een voorbeeldje? Mocht u verliefd zijn, dan moet u dat voortaan maar categoriseren onder de titel “lichte psychose”. No kidding.
Dames en heren neurowetenschappers. Ik wil u vragen: blijf zoeken. Zoek, voor de hele zieke mensheid, díe hersenplaatjes die als voorbeeld dienen voor hoe een volstrekt onveranderlijk, depressie-, angst- en paniekloos brein eruit ziet.
Here is an idea: begin in het lijkenhuis.