Juli 2013
Ik zit op een bankje in de PAAZ. De angst voor de eenzaamheid die ik ervaar is zo groot, dat ik geen zin meer kan uitspreken. Er komt een verpleger naast me zitten, hij ziet dat het niet helemaal lekker met me gaat. Na een aantal pogingen om iets coherents te zeggen, daagt er een lichtje. Ik roep dat ik in een existentiele crisis zit. Dat klopt ook wel: als de realiteit een kaleidoscoop wordt van mogelijkheden en angst, is een coherent beeld van een ‘ik’ ver te zoeken.
Voor de meer sensationeel ingerichte medemens onder ons: ik heb de beleving dat mijn kop elk moment uit elkaar kan knallen: da’s best een crisis, en behoorlijk existentieel.
Gelukkig wordt het signaal helder opgepikt en de reactie is ook duidelijk verstaanbaar:
“Niet van die moeilijke woorden gebruiken”.
En daarna loopt ‘ie weg, want de professional heeft meer afspraken. Hij komt zo terug.
En ik? Ik bedenk me met alle macht hoe hij me met deze opmerking tracht te helpen. Hoe zijn opmerking zooooooo verschrikkelijkkkkkkk haaaaaakkkkksssss staat op mijn eigen staat van zijn. En aangezien mensen hier, goed opgeleid, betaald worden voor hetgeen wat ze doen moet het wel iets verzorgends betekenen. Maar wat? Wat? WAT?! Ik sta op, en word gepasseerd door mijn behandelend psychiater die me met samengeknepen ogen intens opneemt. Ah. Ik word getest. Ze willen weten wat mijn reactie is op een scheepslading verpletterende ontkenning.
Conclusie toen: ik ben hier in goede handen. Conclusie nu:
psy·cho·se (de; v; meervoud: psychosen, psychoses) : ziekelijke gemoedstoestand: angstpsychose
Een psychiatrische stoornis waarbij het denken, waarnemen en emotionele beleven ernstig is ontregeld. De persoon beleeft zichzelf en de buitenwereld op een afwijkende manier en de persoonlijkheid is hierbij sterk gedesintegreerd. Symptomen zijn wanen of hallucinaties, waarbij het contact met de werkelijkheid is verstoord (www.encyclo.nl).
Ik heb mensen leren kennen die in een postnatale depressie de duivel in de ogen van hun baby zagen. Of kernraketten zagen inslaan, slechts kilometers van hun eigen huis.
En ik? Ik zag wijze en liefhebbende mensen in mijn verplegers en psychiater.
Iedereen zijn eigen waanbeeld.
Zag gisteren de eerste helft van je voorstelling in het theater van het VGZ. Heb me met name na dit stukje nogal lopen ergeren. Aan je “verpleger”. En ergens anders kom je ook met een “verpleegster”, waar je ons verpleegkundigen bedoeld.
Je neemt de drie Nijmeegse psychiatrische afdelingen van drie organisaties op de hak en dat is je goed recht. Er zitten ook hele stupide niet uit te leggen elementen in ons hele vak en onze soms bijna rituele en rigide manier van doen en laten. Ons vak is geen exacte wetenschap zeg ik vaak tegen mensen. Jij geeft daar ook weer blijk van met die diagnoses die per instelling/behandelaar bleken te verschillen. Goed dat je middels je ervaringen daar wat zaken van terug kunt geven aan je publiek van hoe jij e.e.a hebt ervaren. Snap ook heel goed dat je toen je zo in de put zat je hoofd niet stond naar of de persoon in kwestie die je 24 uur per dag je directe aanspreekpunt was. Maar wilde je dit achteraf toch graag even melden en je danken voor je spiegel die je met je voorstelling aan ons hebt teruggegeven. Hoop dat je het geluk en plezier weer hebt teruggekregen in je leven na deze moeilijke periode met veel verlieservaringen.
Met vriendelijke groeten,