Afgelopen maandag was Dikkie op bezoek. Spreker. Docent. Ex-psychiatrisch patiënt. Mens. Dikkie gelooft in God. God is altijd bij haar.  De zekerheid spatte van haar af. En ik was jaloers. Buikpijn makend stinkend jaloers. Volgens een RIVM onderzoek van 2012 is over een miljoen mensen in Nederland eenzaam, waarvan één derde ernstig eenzaam. Ik ben eenzaam. Ik ga het niet ontkennen. En wat mis ik dan precies? Kwaliteit. Welke kwaliteit? Begrepen worden. Hoe graag wil ik dan begrepen worden? Nou, tot het bot. Op die dag heb ik na het bezoek een aantal ingrediënten op het aanrecht gelegd:

1) Ene Lotte Brunt claimt dat slimme mensen de noodzaak hebben om gelovig te zijn, omdat er niemand is die ze verder kúnnen geloven. Of om met de woorden van wijlen Freddy Mercury te spreken, in de hitsingle ‘Sombebody to love’: “I got nobody left to believe.”

2) In de achttiende eeuw was het Kant die de fundamentele wetenschappelijke discussie tussen Rationalisten en Empiristen beslechtte met zijn Copernicaanse revolutie. Kort samengevat was dit zijn conclusie: we kunnen de werkelijke realiteit niet kennen, aangezien we gevangen zitten in ons beperkte kenvermogen. Elke zoektocht met onze zintuigen en/of ons verstand blijft beperkt tot de grenzen van dat kenvermogen. Ergo:  de werkelijke aard van elk ding (das Ding an sich), blijft ongekend. Het kan niet gekend worden. Nooit. Never. Niemahls.
En wat nu als God das Ding an sich ís? Dan ben ik eindelijk de wetenschap kwijt in mijn zoektocht naar God en dat sluit dan ook weer naadloos aan bij Kierkegaard, die stelt om in God te geloven, een leap of faith nodig is. Niets anders helpt.

3) Vilayanur Ramachandran is een psychiater die zich bezig houdt met mensen met neurologische aandoeningen. Zoals een split brain syndrome, waardoor rechter- en linkerhelft zo goed als van elkaar gescheiden zijn. Tijdens een onderzoek stelde hij de rechterhelft van iemand met dit syndroom de vraag (ja, dat kan met iemand met een split brain syndrome) of God bestond. Het antwoord was een eenduidig “Ja”. Daarna stelde hij deze vraag aan de linkerhelft van dezelfde persoon. Het antwoord was een eenduidig “Nee”. Hier heb ik uit geconcludeerd dat het linkerdeel van je brein geen God kent, domweg omdat dit deel zo een concept dat niet concreet is, niet kan bevatten. Het rechterdeel kent God, omdat het alleen holistisch en hier-en-nu ís kan registreren.

4) Echkart Tolle’s antwoord op de vraag wat liefde is: “De mate waarin je je herkent in een ander.”

Vervolgens heb ik deze dingen in de blender gegooid. Het ding aangezet. Dik tien minuten laten doordraaien. Het prutje wat eruit kwam in een flink glas geschonken. Opgedronken. En mijn brein kwam met de volgende stoutmoedige actie:

Ik creëer een engel. Heb hem vervolgens op een meter achter me gepositioneerd. Rechtsachter. Deze engel heb ik afgevuld met maar twee superieure kwaliteiten:
De eerste is empathie. Deze engel, die ik vanaf die dag met me laat meelopen, ervaart mij. Hij voelt exact wat ik voel (het is een hij, don’t ask me why). Vanuit zijn koninkrijk, het Ding an sich, leeft hij voor 100% mee met mijn geworstel met het leven. En weet hoe onnodig het is biensûr: alles is al goed.
De tweede is acceptatie. Voor honderd procent wordt mijn gehele denken, doen en laten door deze engel geaccepteerd. Verder niets: geen advies, hints, tips, trucks, whatever.

Dus, samengevat: sinds vijf dagen loopt er op een meter rechtsachter van me iets of iemand in het domein van het Ding an Sich, die me op alle mogelijke manieren ervaart, en me zonder enige terughoudendheid accepteert, iets wat mijn medemensen onmogelijk voor elkaar kunnen krijgen.
En plots ben ik een magiër: ik heb mijn eigen good parent, my own personal Jesus….. gecreëerd. It’s better than gold. Of…toch de monnik? En heb ik hem gevonden?

Hoe dan ook, het is in beide gevallen een diep, diep geruststellende ervaring.

2 reacties op “Overdenking 5: Recept voor het oplossen van eenzaamheid

  1. Wauw Bas, wat een prachtige overdenking.

    Via Sandra de Graaf hoorde ik van jou en dat was fijn, want jij en Juliette zijn regelmatig in mijn gedachten na onze prachtige ontmoeting in jullie tuin.

    En dan lees ik mijn naam in jouw overdenking en bedenk ik dat jij duidelijker bent over mijn geloof in God, dan dat ikzelf vaak ben ☺. Dankjewel daarvoor. Het brengt me op de gedachte hoe functioneel dat geloof voor mij is: het helpt me staan, te durven, mijn waarheid te spreken en te leven.
    En dankjewel voor jouw talent om mij te raken, want dat doe je weer. Deze voel ik me niet zurig, maar zoet, volzoet als de aardbeien die nu zo heerlijk rijp zijn.

    En wat een talent heb jij: als denker, als schrijver, als mens met sch. Wauw!

    Komen jij en Juliëtte nog eens naar Nijmegen om te samen te eten en te praten en te delen? Zullen we een afspraak maken voor ergens deze zomer?

    Ik zie jullie graag
    Lieve groet, ook aan Juliëtte,
    Dikkie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.